Sterren waren duidelijk zichtbaar aan de heldere hemel. Het zag er mooi uit, en dat kwam zo zeer niet door zijn goede humeur. Hij had het altijd al mooi gevonden. Voor een moment zuchtte hij en keek voor zich uit. Het Flat roof zag er zo nogal uitgestrekt uit. Al kwam dat vast doordat hij aan begin stond. Met langzame passen liep hij richting één van de vele zitzakken die er stonden. En na een korte aarzeling liet hij zich erin zakken, nadenkend over de dag die vandaag bijna ten einde was gekomen. Hij begon het eindelijk een beetje naar zijn zin te krijgen, behalve het feit dat hij nog altijd het liefst naar zijn familie was gegaan. Het liefst was hij gewoon in Engeland gebleven. Maar die school, daar wilde hij gewoon weg. En hij wist dat doordat hij hierheen was verhuist, hij zijn familie uiteindelijk pas veel later zou zien. Het was nu wel vakantie, maar zijn ouders waren deze tijd weg. Weg, op vakantie. Zonder hem. Een zucht verliet zijn keel. Michiel had het gevoel dat zijn humeur elk moment om kon slaan, en hij probeerde er zo min mogelijk aan te denken. Het liefst had hij nu gewoon even terug gegaan. Maar het was maar wat je even noemde. Amerika en Engeland, dat was nou niet bepaald om de hoek.
Met zijn hand ging Michiel door zijn haar heen en zijn blik liet hij door de Flat roof dwalen. Er leek niemand te zijn, totdat zijn blik viel op een meisje vlakbij. Ze keek evenals hem naar de sterrenhemel. Een glimlach verscheen op zijn gezicht, terwijl hij opstond en naar haar toeliep. Misschien dat hij gewoon even gezellig met haar kon gaan praten. "Haai." zei hij zacht, en er speelde nog altijd een glimlach op zijn gezicht.