Met langzame doelgerichte passen verwijderde Matt zich steeds verder van haar, met haar ogen keek ze hem na. Tot hij uit haar zicht was verdwenen. Het was vreemd om hem weg te zien lopen, en te weten dat er niemand was die hem zou vervangen. Te weten, dat dit echt het einde was. Een kleine glimlach gleed over het lippen. Eindelijk kon ze doen en laten wat ze wou, eindelijk na twee lange jaren kon ze weer zichzelf zijn. Ze hoefde niet meer te liegen, niet over wie ze was en niet over haar familie. Ze was vrij, zo vrij als een vogel. Voor een moment richtte ze haar ogen op het paspoort dat ze in haar handen had. Ze keek recht in haar eigen lachende gezicht, en voor het eerst in lange tijd zag ze haar eigen naam staan. Alice Pioggia. Met haar vinger streek ze over haar achternaam, een schaduw leek over haar gezicht te glijden. De glimlach was verdwenen als sneeuw voor de zon. Langzaam deed ze een stap naar achter, zodat ze met haar rug tegen de muur aan kwam te staan. Haar capuchon trok ze over haar rode haren, waarna ze haar hoofd liet hangen. Zodat niemand, de tranen die er in haar ooghoeken waren verschenen kon zien. Zíj had het gered, zíj was vrij om te gaan en te staan waar ze wilde. Zonder bang te moeten zijn, dat er elk moment een einde aan haar leven kon komen. Maar haar ouders, en haar broer hadden niet gered. Die bevonden zich niet meer onder de levenden, die hadden dit moment niet mee kunnen maken. Alice balde haar handen tot vuisten, haar nagels boorde zich diep in haar handpalmen. Het was zo oneerlijk, waarom had zij zoveel geluk? En waarom hadden zij dat niet? Waarom waren hun nou gestorven, terwijl zij hier nog stond levend en wel? Die schotwond in haar schouder stelde weinig voor, had haar niet in levensgevaar gebracht. Net als de eerdere schotwond die ze een half jaar had geleden had op gelopen haar niet dodelijk had getroffen. Lorenzo was die dag wel gestorven, hij had niet zoveel geluk als zijn twee jaar jongere zusje gehad. Nee hij was gestorven, en zij. Zij had hem zien sterven, maar ze had niks gedaan om hem te redden. Ze had naar hem geluisterd toen hij had gezegd dat ze moest rennen, dat ze moest vluchten. De politie had haar later gezegd, dat als ze hem daar had weg gekregen hij alsnog aan zijn verwondingen was overleden. Maar toch, wie zij dat ze de waarheid hadden gesproken? Wie zij dat ze niet gewoon hadden gelogen om te voorkomen dat zij een einde aan haar leven had gemaakt? Want dat idee was meerdere malen door haar hoofd gegaan. En schoot ook nu voor een kort moment door haar gedachten. Direct duwde ze het weg. Ze had Joël. Ze was weer samen met de jongen van wie zie hield, en haar broer zou niet willen dat ze nu een einde aan haar leven maakte. Evenals haar ouders, nee die zouden willen dat ze verder leefde. Huiverend haalde Alice adem, streek met de rug van haar hand langs haar wangen. Veegde zo de tranen weg die uit haar ogen waren ontsnapt en over haar wangen hadden gerold. Voor een moment legde ze haar hoofd tegen de bakstenen muur, staarde naar de helder blauwe lucht. Langzaam ontspande ze haar handen, voelde een lichte pijnsteek door haar schouder gaan. Die erger werd op het moment dat ze haar arm iets omhoog tilde. Ze beet op haar tanden, liet haar armen weer zakken. Trok met de hand van haar goede arm haar capuchon weer van haar hoofd, waarna ze met haar hand dor haar haren ging. Kort wierp ze een blik op de palmen van haar handen. Kleine wondjes waren ontstaan op de plekken waar zij haar nagels in haar huid had gedrukt. Een zucht verliet haar keel. Ze moest haar verleden proberen los te laten, ze moest accepteren dat zij als enige over was. Maar ze was niet alleen, nee. Ze had Joël, en hij zou haar helpen als het moeilijk werd. Toch vroeg ze zich af of ze wel op hem mocht steunen, had hij niet al genoeg mee gemaakt? Had hij al niet genoeg geleden door haar toe doen? Het was beter als hij niet elke keer getuigen zou zijn van haar verdriet. Als hij merkte hoe erg zij haar familie miste, zou hij automatisch ook aan haar familie moeten denken. En hij had zowel met haar vader als moeder een goede band gehad. En hij en Lorenzo en hij waren beste vrienden geweest. Voor een moment sloot Alice haar ogen, beet op haar lip.