Haar kort jeansshortje en luchtig blousje met bloemen, daaronder een wit topje, gaf haar een duidelijk zomerse indruk. Want hoewel het winter was, hier in Santa Monica, de temperaturen bleven aangenaam. Ze had haar schattige zwarte ballerina's met een strik aan het puntje van de schoenen aangedaan, zodat ze zichzelf ook goed in haar vel kon voelen. En waarom ook niet? Sinds gisteren waren zij en Lyron een koppel, hadden ze een relatie, iets wat erg moeilijk zou worden aangezien Lyron een bijna onverbeterlijke Casanova was, maar het feit dat hij wílde proberen trouw te blijven aan haar, had haar overtuigd: Lyron hield van haar. Toch had ze wel een vermoeden dat Lyron het niet lang zou volhouden, om trouw te blijven aan haar, gewoon omdat het in zijn aard zat. Nee, dat klopte niet. Zoiets zat niet in je aard, het zat in je hoofd. Ze wist dat Lyron er zo van overtuigd was dat hij niet trouw kon blijven, dat hij dat dan normaal zou gaan achtten en zo zou denken dat hij er niets aan kon doen. Misschien was dat gewoon het probleem dat hen hoe dan ook te wachten zou staan. Ze moest zichzelf elke dag weer even mooi of zelfs mooier doen lijken, zodat hij misschien ooit - hopelijk ooit - enkel naar haar zou kijken. Een opdracht, die volgens haar enorm moeilijk was. Maar moeilijk gaat ook, toch?
Kenneth, daar had ze sinds hun laatste ontmoeting niets meer van gehoord, ze voelde zich zelfs schuldig dat hij enkele dagen bijna permanent uit haar gedachten was verdwenen. Ach, hij was enorm lief geweest en ze had echt van hem gehouden, maar toen hij een ander had gekust, was het hek van de dam geweest, hij had tegen haar gelogen, gezegd dat hij enkel van haar hield en haar alleen. Een simpele kus kon er voor haar wel door, dat kon ze vergeven. Maar toen hij begon te beweren dat hij voor dat meisje evenveel voelde als de excentrieke liefde die hij voor haar voelde, iets wat hem twee keer (!) op zeer korte tijd was overkomen. Iets wat ze niet kon begrijpen. En dan had ze er maar een einde aan gemaakt. Boem, Pats, Gedaan.
Het Spaanse meisje kon niet vatten wat haar de laatste dagen allemaal was overkomen, en was te moe om het allemaal op een rijtje te zetten. Het enige wat ze hier miste, hier in Amerika, hier in Santa Monica, iets of laat ons zeggen iemand die ze in Spanje, voor haar vertrek wel had gehad, en waarvan ze - enkel via msn en mail - niet veel meer van hoorde. Een vriendin aan wie ze alles kon vertellen, geheimen kon openbaren en iemand die zou luisteren als ze wat vertellen, iemand die altijd voor haar klaar stond, welke reden dan ook. Iemand waarnaar zij zou luisteren, die alles aan haar zou kunnen vertellen, die haar geheimen aan haar zou toevertrouwen en waarvoor zij altijd klaar zou staan, welke reden dan ook. Naar haar eigen mening hing ze te veel met jongens rond, maar die populaire meisjes hoefde ze niet, met hun bakken make-up en vieze extensions. Zij zocht iemand met wie het gewoon van het begin af aan al klikte, iemand die haar elke dag weer kon doen lachen. En andersom.
Maar ergens wist ze dat hier in Monica niemand zou zijn die daaraan zou voldoen. Iedereen leek hier zo materialistisch en onpersoonlijk, iets wat ze gewoon haatte. Mensen mochten wat persoonlijker worden, hoefden niet constant hun gsm vast te nemen en op de laptop te zitten, mensen moesten fun maken en sociaal zijn, en niet oppervlakkig met elkaar omgingen. Iets wat in Spanje dus helemaal anders was dan hier. Mensen waren spontaan, los met elkaar en genoten van elk moment onder de mensen. Ze aten dan ook laat en met familie, want familie was enorm belangrijk daar.
Haar gedachten werden onderbroken terwijl ze over het paadje in het park liep, toen een onvoorzichtige fietser haar bijna aanreed. Ze sprong opzij en vloekte wat tevergeefs naar de idiote man die erop zat, en besloot dan maar op het eerste het beste bankje te gaan zitten, iets wat niet zo simpel leek aangezien alle bankjes bijna vol zaten. Allemaal, behalve één, er zat een meisje op dat een beetje afkeurend naar enkele kwetterende meiden had gekeken, en waar zij best wel naast kon gaan zitten. Ze liep op het bankje af en bleef daar even staan, het meisje kort, instinctief vriendelijk, aankijkend. "Zou ik hier mogen zitten? De andere bankjes zijn vrij vol en..", sprak ze, waarna ze zag dat het meisje, dat haar vriendelijk leek, wat opzijschoof. "Dankje", sprak ze, waarna ze ging zitten. "Ik ben Emilie, trouwens. Zit je op Monica High?", vroeg ze even, een standaard vraag hier in Monica, waardoor ze het meisje even aankeek. Ze wilde praten, een gesprek voeren, en er voor zorgen dat ze enkele meisjes leerde kennen, aangezien het aantal jongens dat ze kon opnoemen veel groter was dan die enkele meisjes die ze al kende.