Camilla liep naar buiten, zij in het midden en aan elke kant een van haar vriendinnen. Het tikken van hun hakken weerklonk duidelijk op de stenen. Het leek alsof ze het precies geplant hadden, alsof ze het hadden ingestudeerd. Toch was dat zeker niet zo. Om heel eerlijk te zijn had ze op hem moment wel behoefte aan wat rust, inplaats van het continu geroddel. Ze had nog maar een paar stappen buiten gezet toen ze al meteen voelde dat het een stuk was af gekoeld ten opzichten van vorige week. Een koude windvlaag waaide langs haar heen en liet haar rillen. Had ze nu ook maar gewoon een jas aangetrokken, net zoals haar vriendinnen. Toch had ze dit geweigerd. Ze had geen zin om totaal op te gaan in dit groepje. Het was niet dat ze hen niet mocht en alleen meeliep. Het was juist net weer iets anders. Ze had z'n beetje de leiding over haar groepje, waar een heel deel nog van binnen zat. Dit was leuk, maar af en toe was ze gewoon liever een niemand. Haar blik gleed rond en haar ogen bleven hangen op een jongen die in een boom zat. Dit verbaasde haar wel een beetje. Het kwam vrijwel nooit voor dat jongens in de bomen zaten, zeker omdat ze er meestal meteen uit werden gestuurd. Haar vriendinnen hadden de jongen blijkbaar ook gezien want het was best duidelijk dat ze het over hem hadden. 'Is dat weer een nieuwe? Hij is best knap' hoorde ze achter zich zeggen. Opeens voelde ze een hand op haar schouder. Ze draaide haar hoofd en zag dat een van haar vriendinnen haar vragend aankeek. 'Cammy, gaat het wel? Je bent zo stil' zei haar vriendin, en ze schudde even haar hoofd. 'Het gaat wel, alleen een beetje moe' zei ze met een lichte glimlach. Ze haalde de hand van haar vriendin van haar schouder en zuchte. 'Zeg maar tegen de andere dat ik zo wel kom'. Daarna draaide ze zich weer om. Ze kon het niet laten om in de richting van de jongen te lopen. Wat kon het haar schelen als hij niks terug zei, ze moest gewoon even weg van dat gekwebbel. 'Heey' zei ze toen ze dicht bij genoeg was.