Zwijgend staarde Nick naar de golven die kapot sloegen tegen het strand, een zucht verliet zijn keel. Dit strand kon niet op tegen de stranden in Sicilië, het was hier veel te druk. Bovendien lagen er direct achter het strand immense flatgebouwen, dit was in zijn oude stad heel anders geweest. Weemoedig staarde hij naar de blauwe lucht, hij wou terug niets liever dan dat. Hier voelde hij zich niet thuis, hij hoorde hier simpelweg niet. Hij hoorde in Italië en nergens anders. Onmerkbaar schudde hij zijn hoofd, zijn vingers lagen bewegingloos op de snaren van zijn gitaar. Maar hij had geen keus gehad, hij had zijn land wel moeten verlaten. Het kon simpelweg niet anders, anders was hij waarschijnlijk achter de tralies beland. Dat had hij zijn zusje niet aan mogen doen. Nick liet zich achter over vallen, legde gitaar naast zich in het zang. Angel had hij ondergebracht bij een vriend van hem in Palermo, daarna was hij vertrokken. Hoe zou het nu met haar gaan? Misschien dat hij straks Stefano even moest bellen, bedachtzaam keek hij naar het schermpje van zijn mobiel. Kwam al snel tot de conclusie dat zijn vriend waarschijnlijk nog in bed lag, zuchtend kwam hij overeind. Stopte zijn mobiel terug in zijn zak en stopte zijn gitaar in de daarvoor bestemde tas. Die hij daarna over zijn schouder hing, zijn ogen dwaalde over het strand. Vielen op een meisje dat een eindje bij hem vandaan zat. Aarzelend liep hij op haar af, het werd tijd dat hij eens kennis ging maken met enkele mensen. En zij was de enige die alleen zat, eigenlijk was ze één van de weinige die zich op dit vroege uur al op het strand bevond. "Hé." zei hij toen hij vlak bij haar stond, glimlachte even naar haar.