Het was een heel ander zicht, op zich niet raar, eerder stoerder. Een meisje dat normaal koos voor 'nettere' kledij, had zich nu in haar favoriete training gewaagd en droeg een zwarte basketbal onder haar arm, terwijl ze zich naar het veld begaf. Normaal was ze op dit uur alleen, maar een jongen was aan het trainen op het veld. Vijf jaar geleden was ze gestopt met haar favoriete sport, maar sinds enkele dagen was ze weer begonnen; die kriebels in je buik als je naar een wedstrijd keek, maakten haar gek en zorgden ervoor dat de drang om te basketballen groter was geworden dan haar eigen koppigheid. Misschien maar goed ook. Ze keek even naar de jongen, die handig driepunters scoorde, maar verlegde toen haar blik naar de andere kant van het veld: dat deel was niet in gebruik en de ring zag er perfect uit. Door traag te beginnen dribbelen, maakte ze duidelijk dat ze er was, terwijl ze naar de ring wandelde. De sage dat meisjes niet kunnen basketballen is hierbij verbroken, er waren genoeg meisjesploegen. Het velddeel 'downtown', de ruimte rondom de middenste cirkel, trok haar het meeste aan, in haar vroegere ploeg werd ze ook wel de 'downtown' girl genoemd, omdat ze meestal vanuit dat gebied scoorde, zo'n meter achter de driepuntslijn. Ze keek naar de ring en focuste zich op drie dingen; houding, bal, ring. En dan de worp. Ja, die zat er in. Verbazend, want normaal scoorde ze niet meteen. Toen ze opnieuw probeerde, miste ze weer, wat met luid zuchten onthaald werd door Emilie. Af en toe wierp ze een blik achterom, naar de jongen die aan het trainen was en zag ook hoe hij juist op die moment eens miste. En toch verscheen er even een glimlach op haar gezicht.