Traag ging de zon onder. Ze maakte plaats voor de maan, maar liet eerst nog een kleurenpallet achter in de hemel. De grijze wolken van eerst verkleurden nu naar rood, oranje. Sommigen met een gele rand. Het was rustig op de skatebaan. De meeste jongeren waren alweer weg, of hadden zich verschanst naar een plaatselijk café om daar wat te gaan drinken. Toch was het niet helemáál verlaten op het skatepark. Één enkele jongen zat hoog op de halfpipe. Zijn benen schommelden zachtjes heen en weer, terwijl zijn Chucks losjes aan zijn voeten hingen. Als hij niet oppaste dan vlogen ze zometeen nog wel uit. Zijn skateboard lag achter hem, in tweeën gebroken. Het ding was oud en kon zijn truucjes niet meer aan en was doormidden gezakt. Een paar van z'n vrienden hadden gelachen en hem een schouderklopje gegeven, terwijl de jongen zuchtend zijn gespleten board opraapte en grinnikend zijn schouders ophaalde. Hij kocht er wel een nieuwe ofzo, morgen. Naarmate de zon naar beneden ging, des te donkerder het werd. Toch, de jongen bleef zitten. Hij had geen zin om ergens heen te gaan, hij wou niet tevoet gaan. Terwijl zijn haar wild vanonder zijn beanie uitstak liet hij zich zuchtend op zijn rug ploffen. Hij plaatste zijn rugzak op zijn buik en graaide er wat in totdat hij vastkreeg wat hij wou hebben. Een groen-zwart gekleurde koptelefoon en een zwarte Ipod werden uit zijn rugzak tevoorschijn getoverd en bovenop zijn beanie geplaatst, de Ipod in zijn hand. Het schermpje lichtte op, terwijl zijn duim over het touchpad wreef. Niet veel later dreunde zware gitaren en hevige drums door de koptelefoon. Iemand die dichtbijstond en de lyrics en de muziek kende kon zo meezingen. Anderen zouden het alleen maar herrie vinden, er geen woord van verstaan en vanaf de eerste minuut al een ander nummer opzetten. Jammer voor hen had de jongen niets anders dan dit soort muziek op zijn ipod staan. Heaven Shall Burn, Suicide Silence, Amon Amarth. Alles wat andere duivelsmuziek zouden noemen had hij op z'n Ipod staan. Het was zijn keuze van muziek, hij voelde zich er goed bij. Kon de woedde die hij soms voelde het meest laten verdwijnen door keihard mee te zingen op de muziek. Wat je zingen kon noemen.. Als je een paar verre meters ver stond zou je denken dat er een zwijn rondliep. Het was nu volledig donker en stil op het skatepark, de jongen lag er nog steeds plat op zijn rug te luisteren naar de muziek. Hij staarde naar de sterren, veel waren er niet te zien. Vele wolken blokkeerde ze. Net zoals de maan, die maar half te zien was en niet zo helder scheen als anders. Een enkele zucht verliet de mond van de jongen, die roerloos op de halfpipe bleef liggen. Veel vrienden had hij niet echt buiten het skatepark. Of hij daar verandering in wou brengen, dat moest hij nog uitzoeken.