De helder blauwe zee, de wuivende palmbomen het parelwitte zand. Voor een kort moment leek het nieuwe meisje weg van deze wereld, weg van haar problemen. Zwevend in de lucht, vliegend over zee. Kon ze maar.. Het was onmogelijk, ze zat hier voor altijd vast. Ze keek geiriteerd naar haar telefoon toen deze trilde, wéér iemand die kwam zeiken? Het meisje van 17 kon zich nog maar net inhouden van het schelden, en haalde haar mobiel uit de zak van haar vest. Ze klapte haar koelkast open en hield hem aan haar oor, daar klonk een bezorgde stem. ''Ook hallo.'' Mompelde het meisje. Aan de andere kant van de lijn hoorde ze haar vader schreeuwen, en haar moeder naar haar praten. 'Aimée, waarom nam je niet op? Je vader heeft je 10 keer geprobeerd te bellen! We zijn op het vliegveld en komen nu naar Santa Monica toe. We zijn er ongeveer over vier uur.' Het donker harige meisje zuchtte terwijl ze haar goud/bruine ogen naar de zee richtte. ''Sorry mam, ik ben op het strand. Ik zal er zijn.'' Murmelde ze tussen de onrustige stemmen door. Ze zei snel gedag, en hing op. Ze stopte haar mobiel weer in haar zak, en keek naar de zee. De herfst wind deed haar rillen. Maar het kon haar niks schelen, haar haren gingen mee met de wind. En haar mascara liep uit, door de spetters van de zee. Het was heerlijk, hier even rustig te zitten. Haar hart klopte in haar keel, en ze wilde eigenlijk gaan liggen. Waarom leek alles mis te gaan in haar leven, ze liet haar hoofd in haar handen zakken. En probeerde dezelfde rust weer te krijgen, stemmen stemmen hoorde ze achter haar. Maarja wie zou haar aanspreken hier?