De wind joeg in zijn gezicht en het zout prikte op zijn huid. Hij had net nog gezwommen - het was nog maar net herfst en het water was warm genoeg. Er stond wel een felle bries, die ervoor zorgde dat hij kouder had uit het water dan wanneer hij erin was. Hij ging zitten in de branding en keek naar de zee, de horizon, en dacht aan Stella en Zélie. Hij vroeg zich af wanneer Stella hier eindelijk zou aankomen. Hij had niets maar van haar gehoord sinds haar laatste bericht, een dag of twee geleden. En Zélie... hoelang zou dat duren? Hij begon te twijfelen - hoelang kende hij haar nou eenmaal? Hij hield van haar, maar hij hield er een rot gevoel aan over dat ze al samen waren na een uur. Hij voelde zich een ongelooflijke rotzak en player hierdoor.
De wind had hem droog geblazen en hij stond op. Hij liep verder het strand terug op en nam zijn t-shirt op. Er zaten overal zandkorrels en hij schudde het shirt uit. Daarna deed hij het aan, keek nog een keer naar de zee en liep toen verder. Zijn voeten waren nog niet helemaal droog, bewees het zand dat bleef kleven. Hij wreef met zijn hand door zijn door de zon gebleekte haren, die in de war zaten door de wind, om hen uit zijn gezicht te wrijven. De wind was trouwens behoorlijk irritant, hij sneed in zijn huid.
Vincent had die middag besloten te gaan zwemmen. Aangezien de herfst begon zou het één van de laatste keren zijn dat hij dat zou kunnen doen, dus hij kon er net zo goed van profiteren. Hij was de school uitgeglipt en naar het strand gegaan. Nadat hij eerst alle toeristen, locals en scholieren had omzeild, had hij een verlaten stuk strand gevonden. Het lag in een baai en je moest eerst de duinen over voor je er geraakte. Het leek alsof er na die duinen niets meer was, daarom ook dat er geen mensen waren.
Op één iemand na. Vincent keek bedachtzaam naar de schim die aan de waterlijn stond. Het had iets filmisch, zoals het meisje daar stond met haar jurk en haren die achter haar aan wapperden. Vincent grijnsde. Hij zou kennis gaan maken. Met vastberaden passen liep hij op het meisje af. Ze had een zuiders uiterlijk, zag hij langzaamaan. Italiaans, Spaans, Braziliaans. Hij wist het niet precies, maar hij wist wel zeker dat ze niet Amerikaans was, op één of andere manier.
Blijkbaar had ze hem gehoord, want plotseling draaide ze zich om. Ze keek nogal vijanig. Vincent grijnsde onschuldig en stak zijn handen op alsof hij zich overgaf. Hij liep nog wat dichterbij en wachtte haar reactie af. Hij had zin om haar een beetje te plagen. Niet dat ze ervan gediend zou zijn, maar dat maakte niet uit. Nu bleef hij staan en bekeek haar. Ze was ongeveer even oud als hij was en had vrij lang bruin krulhaar. ‘Vincent Scott Cruz, aangenaam,’ grijnsde hij, en hij stak zijn hand uit. ‘Maar vrienden noemen me Vince.’