Met al zijn kracht sloeg de jongen tegen de dichtstbijzijnde muur en klemde zijn kaken op elkaar zodat hij niet zou gaan beginnen te schelden. De pijn die vanaf zijn hand door heel zijn arm trok, negeerde hij, net als de kleine straaltjes bloed die lang zijn onderarm liepen. Op dit moment zou hij zijn vader met alle liefde neer willen steken, maar spijtig genoeg was ‘ie iets te ver weg en als het hem toch zou lukken om op de een of andere manier in Brazilië te raken, zou hij waarschijnlijk veel te lang aarzelen. Ondanks dat hij zijn vader nu liever dood dan levend zou zien, hield Naill wel van zijn vader. Hij had er immers voor gezorgd dat hij was wie hij was. Het was door al dat gevloek en gedreig dat hij nu niet snel over zich heen liet lopen en zo iemands vingers een voor een zou kunnen afsnijden zonder berouw te voelen. Niet dat hij dat ooit gedaan had, maar in de stad waar hij woonde was er ook niemand zo stom geweest om hem te irriteren. De muziek dreunde volop in zijn oren terwijl hij zich van de muur afzette, zijn handen in de zakken van zijn spijkerbroek stak en gewoon verder liep alsof er niets gebeurd was. De mensen die hem met open mond nastaarde, kregen een ijzige blik terwijl hij de leerlingen die in de weg liepen hardhandig aan de kant duwde om naar buiten te kunnen. Even frisse lucht halen zou hem wel goed doen, of een paar onschuldige mensen gaan treiteren. Voordat hij de buitendeuren zou openen, moest hij eerst zijn tas in zijn kluisje droppen, echt niet dat hij daarmee over straat ging lopen. De sigaretten en zippo zaten in zijn achterzak, net als het Zwitserse zakmes, meer had hij niet nodig om over straat te lopen. Een zucht verliet zijn lippen terwijl hij zijn capuchon over zijn blonde haren trok. Zijn ijsblauwe ogen gleden over de omgeving terwijl hij zijn voeten in beweging zette en naar het centrum liep. De mensen die er rondliepen, keurde hij geen blik waardig terwijl hij een sigaret uit het doosje pakte en deze aanstak. Rustig nam hij een trekje en keek naar de rook die langzaam omhoog kringelde. De woede begon langzaam weg te ebben en hij kon terug rustig ademhalen. Mensen liepen hem voorbij en bekeken hem soms met een afkeurende blik. Ach man, moei jullie met je eigen leven. Hij was volwassen, mocht dus alles doen waar hij zin in had. Een vrouw liet net een overvolle portefeuille in haar boodschappentas glijden, die trouwens ook al tot de rand gevuld was. De verleiding was groot om langs de vrouw te lopen en het ding uit de tas te stelen, maar hij hield zich in. Zijn eerste dag op Santa Monica ging hij nu niet verpesten door even te gaan stelen, dat kon hij later nog altijd. Rustig liet hij zich op één van de bankjes die her en der stonden, zakken en bleef iedereen die langskwam doordringend aankijken, eens zien of iemand het lef had om naast hem te komen zitten of tegen hem te spreken.
& open